De natuur blijft fascineren

‘Taal is zeg maar echt mijn ding’. Zo luidt de titel van het bekendste boek van Paulien Cornelisse. Maar de natuur is dat zeker ook. De cabaretier, schrijver en columnist heeft een uitgesproken interesse voor mos, modder en paddenstoelen. Paulien verblijft tijdens de herfstvakantie met haar partner Chris in Hoeve Gerendal bij het Limburgse Schin op Geul.

De natuur blijft fascineren
De natuur blijft fascineren

De natuur blijft fascineren

‘Even de oven checken, hoor’. Paulien Cornelisse heeft voor haar bezoek scones gebakken, maar of ze gelukt zijn? ‘De keukens van Buitenleven Vakanties zijn goed voorzien, maar een weegschaal kon ik niet vinden. Dus ik moest de scones op gevoel maken. Ik zal ze even voorproeven, je weet maar nooit.’ Maar het is gelukt. Haar partner Chris brengt even later een dienblad vol mooie, ronde broodjes met daarbij een bakje mascarpone en een potje jam.

We zijn in Hoeve Gerendal bij Schin op Geul, zo’n beetje aan de zuidrand van Nederland. Paulien en Chris hebben al diverse wandeltochten gemaakt door het herfstige heuvelland. ‘Het is een prachtig gebied. Heel fijn dat al die heuvels van ons zijn en niet van Duitsland of België.’

Hoeve Gerendal is niet de eerste woning van Buitenleven die zij bezoeken. Eerder waren ze al in Tiengemeten, Termunten, Hackfort... ‘We hebben wel eens overwogen om ergens een vakantiehuisje te kopen’, zegt Paulien. ‘Maar dan voel je je toch een beetje gedwongen om daar telkens weer heen te gaan en dat is niets voor ons. We besloten om in plaats daarvan vakantie te vieren op heel mooie plekken in heel mooie woningen. Dan zit je bij Buitenleven altijd goed, dus...’.

Paddenstoelen

Paulien woont al haar leven lang in de stad, ze is in Amsterdam geboren, opgegroeid, studeerde er en woont er nog steeds. Voor haar werk bivakkeert ze doorgaans ook in stedelijke omgevingen.

’Ik ken alle plekken in Nederland waar een theater is. Maar als ik op vakantie ga, wil ik juist daarheen waar geen theater is maar natuur. Naar afgelegen plekken liefst, waar je de voordeur uitloopt en meteen midden in een prachtige omgeving staat, zoals hier.’

De natuur is haar als stadsmens meer vertrouwd dan je misschien zou denken. De vader van Paulien groeide op aan de rand van een bos, leerde er de natuur kennen en waarderen en gaf die liefde aan haar door.

‘Hoewel ik een roodborstje van een winterkoninkje kan onderscheiden, weet ik niet zo heel veel van vogels. Wel van paddenstoelen, vooral van de eetbare soorten. Die pluk ik af en toe nog wel eens. Heb ik allemaal van mijn vader geleerd. En ik leer nog steeds bij over de natuur. Dat heeft onder andere met het werk van Chris te maken die, zogenaamd dan, planten en dieren interviewt.’

Groene oren

Chris Bajema is radio- en podcastmaker. Naast zijn eigen podcast ‘Man met de microfoon’ maakt hij voor Staatsbosbeheer de podcast ‘Groene oren’. Hij krijgt van de natuurorganisatie informatie aangeleverd over planten en dieren waaronder het gentiaanblauwtje en de nachtzwaluw. En met die informatie maakt Chris ontzettend leuke en leerzame podcasts waarin planten en dieren zelf hun verhaal vertellen. Paulien werkte mee aan de uitzending over de eik, waarin zij de rol van de eik heeft.

‘We hebben nagedacht over de vraag: wat is nou een eik? De eik moet je zien als het middelpunt van veel organismen in de buurt. Om maar wat te noemen: hij biedt onderdak aan wel 400 verschillende insectensoorten. En hij geeft het water dat hij overdag heeft opgezogen maar niet heeft gebruikt ’s avonds weer terug aan de omgeving. Daar hebben vooral de bosbessen uit de buurt dan weer veel aan. De eik is dus een belangrijk figuur. Ik dacht: we zetten hem neer als de ceo van een bedrijf, de bovenbaas, zeg maar. Een beetje arrogant, zo iemand die alles wel even voor iedereen regelt, een soort van echte eikel dus. Zo leuk om te doen.’

In de nieuwe serie zal Chris onder andere mos interviewen, een van de favoriete plantensoorten van Paulien.

‘Soms kan ik zomaar ergens een obsessie voor krijgen, zoals voor mos. Ik heb me een tijdje terug helemaal op het mos gestort en ontdekt dat er heel veel soorten zijn met prachtige namen. Roodknolpeermos, aardappelknikmos, rondbladig snavelmos. Er bestaan honderden van die mooie Nederlandse mosnamen, echt geweldig. Bij een van mijn voorstellingen had ik een grote kas op het podium staan die helemaal gevuld was met mos en tijdens de voorstelling rustte ik daar soms even uit, want mos ligt lekker zacht. Dat zijn dan van die bevliegingen. Maar de natuur in het algemeen is wel een blijvertje in al mijn optredens.’

Modderbal

In ‘Aanstalten’ bijvoorbeeld, haar huidige voorstelling, speelt modder een grote rol. Dat heeft te maken met haar verblijf in Japan. Ze studeerde daar ooit en maakte twee tv-series over het land voor de VPRO onder de titel ‘Tokidoki’.

‘In Japan is het een soort kunst om van modder ballen te maken die perfect rond zijn en glimmen, hikaru dorodango heet dat. Toen ik dat zag, dacht ik: wil ik ook. Van verschillende soorten modder kun je verschillende ballen maken, ik ben dus met allerlei soorten modder aan de slag gegaan. Dat doe ik ook in mijn voorstelling en dan vraag ik aan het publiek of ze dat spul nu aarde noemen of grond. Dat is per plek weer anders. In een stedelijke omgeving zeggen ze aarde, want waar je op loopt is de grond. In de Zaanstreek noemen ze aarde prut, in Friesland modder. Heel poëtisch vind ik dat, zoals de natuur, de plek en de taal op elkaar inwerken.’

Wonderlijk

‘Nog even iets over die eiken... Weet je wel dat het nu voor hen een  “mastjaar” is? Eens in de zoveel tijd heb je dat. Dat is zoiets wonderbaarlijks. Alle eikenbomen produceren dan ontzettend veel meer eikels dan in andere jaren. De dieren die zich met eikels voeden kunnen al dat eten niet op en daardoor maken meer eikels kans om uit te groeien tot een eikenboom. Hoe bepalen al die eikenbomen dat ze dat allemaal op hetzelfde moment doen? Overal! Ik zie het hier, ik zag het laatst in Lage Vuursche. Dan is er toch iets wonderlijks aan de hand, zou je denken. Misschien is het net zoiets als bij paddenstoelen, die via hun ondergrondse schimmeldraden allemaal informatie aan elkaar doorgeven. Ik weet niet of de schrijvende boswachter Peter Wohlleben gelijk heeft met zijn zienswijze dat alle organismen met elkaar in contact staan, maar het is een mooie gedachte.’

Naar buiten

Vlak voor we naar buiten gaan voor een loopje, wijst ze op haar wintertrui. ‘Zelf gebreid. Ik stond eens zo lang op straat te praten dat iemand zei dat ik maar eens een trui moest breien met daarin de woorden bla bla bla. Dat vond ik zo’n goed idee. Ik heb er weliswaar twee jaar over gedaan, maar ben er erg trots op. Al die gebreide blabla-tjes kleuren vast mooi bij de blaadjes buiten. Misschien kan ik ook nog wel een mooie modderbal maken. Benieuwd of dat lukt met löss, de Limburgse grondsoort.’

Paulien poseert even later als arrogante eik tussen de suikerbieten en probeert een modderbal te maken. Een eindje verderop, op een grasveldje bij een boom die al heel veel bladeren heeft laten vallen, krijgen we te maken met een determinatieprobleem. Er ligt op het gras een joekel van een ding – formaat selderijknol, bruingrijs – dat zich niet zomaar laat benoemen.

‘Wat een raar geval, zeg. Nog nooit zoiets gezien’, zegt Paulien. ‘Een bovist, denk ik.’ Als ze er met haar regenlaars een schopje tegenaan geeft, ontsnapt er een wolk aan sporen. ‘Echt goor’. Nader onderzoek wijst uit dat deze paddenstoel geen steeltje heeft en dus ook geen hoed. Even gauw checken op internet: ‘Bovisten zijn bolvormige paddenstoelen die hun sporen door een gat naar buiten laten gaan. Dat zien we hier. Het zal wel een reuzenbovist zijn, maar dan een hele ouwe. Als ze nog goed zijn, zijn ze wit. Dan kun je ze ook eten! Nou, weer wat geleerd vandaag. Mooi zo.’

Ook verblijven in het Gerendal? De woningen Hoeve Gerendal en Pake Hiem zijn gelegen in dit heuvellandschap.